Een nooduitgang is geen detail, het is een mensenleven waard. In geval van brand, rookontwikkeling of stroomuitval moeten mensen een gebouw snel en veilig kunnen verlaten. Daarom gelden er in België en Nederland strikte brandvoorschriften rond nooduitgangen. In dit artikel lees je wat de regels zijn, waar je op moet letten en hoe je voorkomt dat jouw gebouw een onzichtbaar risico vormt.
Een nooduitgang is een uitgang die specifiek bedoeld is voor gebruik in noodgevallen, zoals brand of een gaslek. De deur of poort moet snel, zonder sleutel of badge en met een eenvoudige handeling van binnenuit te openen zijn, ook als de stroom uitvalt of mensen in paniek zijn.
Een goedgekeurde nooduitgang:
Brandveiligheid is wettelijk verankerd. Hoewel de exacte eisen verschillen per land, gebouwtype, oppervlakte en het aantal aanwezige personen, zijn dit de algemene kernregels:
De loopafstand tot een nooduitgang mag maximaal rond de 30 meter bedragen in de meeste niet-hoogbouwsituaties. Dit voorkomt dat mensen te ver moeten lopen onder stress of rookontwikkeling.
De deur moet:
Deze nooduitgangspoorten combineren snelheid, betrouwbaarheid en zichtbaarheid voor een vlotte en veilige evacuatie.
Voor werkgevers gelden bijkomende plichten:
Een goed geplaatste, correcte en toegankelijke nooduitgang is niet alleen wettelijk verplicht, het is een morele verantwoordelijkheid. Elk bedrijf of gebouw waar mensen aanwezig zijn, moet voorbereid zijn op het onverwachte. Door de juiste voorschriften te volgen, maak je evacuatie veilig, snel en effectief.